SV | Die daar zegt: Ik zal mij een zeer hoog huis bouwen, en doorluchtige opperzalen; en hij houwt zich vensteren uit, en het is bedekt met ceder, en aangestreken met menie. |
WLC | הָאֹמֵ֗ר אֶבְנֶה־לִּי֙ בֵּ֣ית מִדֹּ֔ות וַעֲלִיֹּ֖ות מְרֻוָּחִ֑ים וְקָ֤רַֽע לֹו֙ חַלֹּונָ֔י וְסָפ֣וּן בָּאָ֔רֶז וּמָשֹׁ֖וחַ בַּשָּׁשַֽׁר׃ |
Trans. | hā’ōmēr ’eḇəneh-llî bêṯ midwōṯ wa‘ălîywōṯ məruûāḥîm wəqāra‘ lwō ḥallwōnāy wəsāfûn bā’ārez ûmāšwōḥa baššāšar: |
Die daar zegt: Ik zal mij een zeer hoog huis bouwen, en doorluchtige opperzalen; en hij houwt zich vensteren uit, en het is bedekt met ceder, en aangestreken met menie.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Die daar zegt: Ik zal mij een zeer hoog huis bouwen, en doorluchtige opperzalen; en hij houwt zich vensteren uit, en het is bedekt met ceder, en aangestreken met menie.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!